Waarschijnlijk ben je op deze pagina terecht gekomen omdat je overweegt de Balkan Kustroute te gaan fietsen. Een heel goed idee! Het is een geweldige route en weer eens iets totaal anders dan Frankrijk of Duitsland.
Ik voelde me tijdens deze fietsvakantie pas voor het eerst ‘echt in het buitenland’ als fietser.
Ik hoop dat deze pagina je een goede indruk geeft van wat je kunt verwachten als je de Balkan Kustroute gaat fietsen. Het is mijn mooiste en meest avontuurlijke fietsvakantie tot nu toe geweest.
Wat is de Balkan Kustroute?
De Balkan Kustroute is een lange-afstands-fietsroute die loopt van het Italiaanse Triëst langs de kust van Kroatië, via enkele (deels optionele) eilanden en bijzondere steden als Split en Dubrovnik, een klein stukje door Bosnië-Herzegovina, en dan via Montenegro en Albanië naar Igoumenitsa in Griekenland. De hoofdroute is ongeveer 1.600 kilometer lang, maar veel hangt ook af van welke varianten je neemt.
De fietsgids van de Balkan Kustroute wordt uitgegeven door Uitgeverij Benjaminse. Je kunt de gids bestellen op hun website Cyclingeurope.nl of bij de Fietsvakantiewinkel. De route is samengesteld door Erik van den Boom, die jaren geleden als een blok voor de Balkan is gevallen. Check voor vertrek ook zeker de route-updates op zijn leuke website bikelike.nl.
De route wordt trouwens nog wel eens verward met de ‘Dwars door de Balkan Route’, maar deze route loopt veel meer landinwaarts en is dus totaal anders. Zie de kaart bij Europafietsers.
- lengte: hoofdroute is 1.600 km
- zwaarte: behoorlijk pittig hier en daar, zeker in combinatie met eventuele hitte.
- reisduur: 16 tot 20 dagen + evt. extra dagen in steden/rustdagen
- belangrijkste steden: Zadar, Split, Mostar, Dubrovnik, Kotor, Tirana
- campings: In Slovenië en Kroatië zijn over het algemeen voldoende campings. Massale en dure campings in Kroatië heb ik prima kunnen mijden. In Montenegro en Albanië was het lastiger om campings te vinden. Via bijvoorbeeld Booking zijn voldoende betaalbare accomodaties te vinden.
- beste reistijd: voorjaar & nazomer / begin herfst als je de ergste hitte (en drukte, al viel me dat mee) wilt vermijden.
- bewegwijzerd: nee
- grootste uitdagingen: hoogtemeters, en mogelijk de hitte en eventueel honden (viel bij mij mee).
- hoogtepunten: te veel om op te noemen, lees mijn beknopte reisverslag hieronder en bekijk de foto’.s
- dieptepunten: zwerfafval en illegaal gedumpte troep, met name in Albanië en Bosnië-Herzegovina.
Hoogtepunten van de Balkan Kustroute
Ik fietste de Balkan Kustroute in 2022, en koos over het algemeen steeds voor de hoofdroute. Ter voorbereiding ben ik bij een lezing van route-samensteller Erik van den Boom geweest, bij Beagle Bikes Vakantiefietsen in Utrecht. Zij organiseren wel vaker lezingen over fietsreizen. Tijdens de lezing hadden geïnteresseerden de gelegenheid vragen te stellen en kregen we alvast een goede indruk van wat we konden verwachten.
Ik ben geen (reis)schrijver maar vind het toch leuk hier mijn reis te delen, en dan met name de hoogtepunten. Er zijn ongetwijfeld bezoekers die er iets aan hebben, al was het maar om via de foto’s een indruk van de Balkan Kust Route te krijgen. Mijn reis startte 12 juli, midden in het – hete- hoogseizoen dus.
De trip startte in Arnhem. Ik heb nog nooit gevlogen met fiets en al, en probeer dat ook eigenlijk te vermijden. De fietsbussen van Cycletours zijn voor veel fietsvakanties binnen Europa een prima optie om in de buurt van het startpunt van een bekende fietsroute te komen. Ze hebben diverse opstapplaatsen, waaronder Arnhem. De Balkan Kustroute start officieel in het Italiaanse Triëst. Een van de bestemmingen van Cycletours is Bled, in Slovenië. Vanuit Bled kun je vrij eenvoudig Triëst bereiken, deels met de Tein
Bled is een toeristisch plaatsje aan een prachtig meer, sowieso leuk om een dag te bezoeken. Ook gaat er vanaf Bled een trein (fiets mag mee) naar Nova Gorica. Uit mijn hoofd duurde de treinrit 2 uur. Kaartje kopen kan aan boord. Vanaf hier is het nog 55 kilometer fietsen naar startpunt Triëst. 900 hoogtemeters dus je kunt gelijk wennen; De Balkan Kustroute is niet de meest vlakke fietsroute, maar wel een absolute aanrader!
Tip: Mocht je zelf gaan koken en een gasblikje met schroefsluiting zoeken (mag niet mee in vliegtuig en fietsbus): op 1 plek aan het Meer van Bled vind je wat winkeltjes waaronder een outdoorwinkel die deze blikjes verkocht. De Intersport en andere outdoorwinkels in het centrum van Bled hebben geen gasblikjes met schroefsluiting. Ik heb er zo hard naar gezocht dat ik het maar gewoon opschrijf hier 😉
Triëst: startpunt van de Balkan Kustroute
Triëst heeft een hooggelegen camping waar je ook eenvoudig kunt eten. Wel een stuk buiten het centrum. Er is geen winkeltje in de buurt. In het restaurantje van de camping kwam ik gelijk 2 jonge Nederlandse fietsers die in recordtempo van Maastricht naar Athene aan het fietsen waren, losjes gebaseerd op de Balkan Kustroute. De volgende ochtend fiets je via een lange afdaling het centrum van Triëst in. Italie is altijd leuk dus zeker de moeite waard er even rond te fietsen. De boot naar Muggia gaat vrij regelmatig.
Na Muggia fiets je vrij snel de ‘Parenzana’ op; een oude spoorlijn die is omgetoverd tot fietspad. Hier hoef je dus nooit steil te klimmen of te dalen, maar het pad is niet overal even goed. Deze route omzeilt de toeristische plaatsen Koper, Isola en Piran, maar je kunt zelf eenvoudig een route naar deze plaatsjes vinden.
Piran
Ik vond van deze plekken alleen Piran echt de moeite waard, maar ik heb ze niet uitgebreid bekeken. Piran staat bekend als één van de mooiste stadjes langs de Adriatische kust. Bovenstaande kustplaatsjes liggen natuurlijk op steenworp afstand van Italië en waren eeuwenlang onder Venetiaanse heerschappij. Dit is terug te zien in het straatbeeld.
Parkeer de fiets ergens op het plein en klim door de steegjes naar het uitzichtpunt. Na Piran volgt de grensovergang met Kroatië. Gekampeerd op een mini-camping in Triban, die gerund wordt door een eigengereide half-Italiaan/half-Australier. Zeker een aanrader! Eco Gecko’s Mini Autokamp heet de camping.
Motovun
De volgende dag al om 6:30 op de fiets. Ik zie herten en het is heerlijk rustig op de weg. Al vrij snel nader je Oprtalje, een stadje dat zeer fraai gelegen is. Motovun volgt daarna snel.
De eveneens hooggelegen stad Motovun had ik al eens eerder bezocht, dus daar fiets ik dit keer langs. Het is een aanrader deze stad te bezoeken. Aan de voet ligt een kleine camping met een leuk veldje voor een beperkt aantal tenten. Fraaie zonsondergang ook. Met een pendelbus kun je het centrum van Motovun bezoeken. De camping website is motovun-camping.com.
Na Motovun volgt een pittige klim tot 500 meter met een paar gemeen steile stukjes. Ik ben ook nog niet zoveel gewend natuurlijk. Dan volgt een afdaling naar Pazin, de laatste grote stad met alle voorzieningen voordat je de boot naar Cres pakt. Die ferry in Brestova ging toen ik er was (hoogseizoen) ongeveer eens in de anderhalf uur. De tocht zelf duurt een klein half uurtje. Dit is de tweede van de vele ferries die ik tijdens deze Balkan Kustroute zou nemen.
In deze gids willen we laten zien dat het heerlijk is om de Westelijke Balkan op de fiets te ontdekken. Er zit heel wat klimwerk bij, maar de te overwinnen hoogtes zijn doorgaans niet zo groot – Cycling Europe / Benjaminse
Het Eiland Cres
Bij aankomst in Porozina krijg je meteen een taaie klim te verwerken, zeker nu je benen een half uur of langer niets hebben gedaan. Ik overnachtte bij Igor van de Ant Farm Filozici, door auteur Erik uitgebreid getipt. Dit is niet zozeer een camping, maar als je er dineert mag je er ‘gratis’ kamperen. Igor runt een soort restaurant met een zeer beperkt aantal plaatsen.
Vegetarisch was geen probleem als je dit van tevoren aankondigt. De tent staat op een landje achter het huis. Er is een compost-toilet, elektriciteit en een tuinslang die fungeert als douche. De zeer lieve hond Bella kijkt graag mee als je je afspoelt met het koude water. Ik dineer er met twee mensen uit Duitsland en hun dochter. Zeer bijzondere ervaring en absoluut de moeite waard. Contact met Igor gaat via Facebook.
Eiland Pag
De volgende dag zou in het teken staan van ferries; 3 stuks maar liefst. Van Cres naar Krk, en daar gelijk de boot naar Rab. Vervolgens in Rab weer een boot naar het eiland Pag. Die laatste gaat zoals de fietsgids al vermeldde niet zo vaak.
Ik moest tot 17:00 wachten tot er een boot ging. Het was me niet helemaal duidelijk waar deze vetrok dus ik had van tevoren de rederij gebeld. In het gesprek noemde ik de boot ‘ferry’. Dit leidde tot aardig wat onbegrip over en weer. Ze vertelden me namelijk dat er geen ferry ging naar Pag. Zij noemen een kleine boot echter een ‘passenger ship’, bleek uiteindelijk.
Er kunnen maximaal 7 fietsen / fietsers mee, en de boot vertrekt vlakbij de Tourist Office in de haven. Omdat het de enige boot is die vandaag nog gaat hoop ik op een plekje. Er varen echter alleen nog 2 Italianen en een Zwitser mee dus dat ging allemaal prima. Rab zelf is leuk om 2 uurtjes doorheen te lopen, als je toch moet wachten. Hoewel het 15 juli en dus vol hoogseizoen is is het opvallend rustig in Rab City.
Eenmaal op Pag aangekomen fiets ik nog 7.5 km door naar Camping Bena in Jakisnica. Voor de camping moet je wel steil een kilometer afdalen van de hoofdweg (en de volgende ochtend weer omhoog). Er zijn meer campings en wellicht betere opties.
Camping Bena is een beetje een gare camping maar het sanitair is prima, het personeel behulpzaam en er is een mini-strandje en kleine supermarkt vlakbij. Er lijken hier vooral Kroaten vakantie te vieren. De ondergrond is hard dus een vrijstaande lichtgewicht tent is een aanrader, ook al vanwege het klimwerk.
Dit soort campings zijn een stuk goedkoper dan de grote familiecampings met zwembaden die je ook in oratie vindt. De Italianen hadden me op de boot vertelden dat ze al eens 45 euro voor een nachtje hadden betaald. Camping Bena was 15.50 voor 1 persoon en ik heb geloof ik zelden meer betaald voor een camping op de Balkan Kust Route.
De volgend echtend start mijn laatste dag op Pag en voorlopig de laatste dag op een Kroatisch eiland überhaupt. Pag zou volgens de gids een party-eiland zijn maar ik krijg daar – gelukkig – niets van mee. In het eerste stadje Novaja zie ik wel een aantal jongeren dat een nacht heeft doorgehaald, en je ziet er een aantal typische zuipkroegen. Het restaurant aan het haventje ziet er dan wel weer prima uit en nodigt uit voor een cappuccino. Hierna volgt een mooi stuk, veelal onverhard, naar Pag-stad. Een desolaat maanlandschap hier en daar. Als ik het me goed herinner van de lezing vindt auteur Erik van den Boom dit een van de mooiste stukken van zijn route.
Pag-stad heeft een strand met cafeetjes. je kunt ook over deze boulevard fietsen in plaats van de route te volgen. Fijne plek om even wat te drinken en pootje te baden. Hierna volgt een drukkere hoofdweg. Ik was er dus half juli en hoewel het ook weer niet mega-druk was was dit stuk toch wat vervelend fietsen, zeker in de korte klimmetjes. Toch kies ik verderop niet voor het door het gidsje aangeraden ‘geitenpaadje’ maar blijf ik de hoofdweg volgen. Ik heb even geen zin in stenig off-road rijden en vooral niet in de 8 hekken die geopend moeten worden.
Ik eindig de dag in Nin, en ga ondanks de matige reviews naar Camping Ninska Laguna. Er blijkt weinig mis mee; relatief goedkoop, een klein zwembad, het sanitair is redelijk en er zijn schaduwplekken genoeg. De eigenaar zou volgens Google Reviews wat bars zijn maar daar is absoluut geen sprake van. Het zwembad sluit wel al om 17:00 dus als je je daar op verheugt moet je daar rekening mee houden. Het is een kwartiertje lopen naar Nin-Centrum met winkeltjes en restaurants. Erg toeristisch maar ook hier is het weer niet heel druk. Ik heb gegeten in het prima restaurant Konoba Rustica.
Zadar
De rit naar Zadar is aardig. Ik ben er al om 8:15, het voordeel van overnachten in Nin en vroeg opstaan. De afgelopen nacht heeft het enorm hard gewaaid, zo hard dat ik om 4 uur ’s nachts mijn tent heb verplaatst en achter een caravan heb gezet. Het is zondag, wat betekent dat er diensten zijn in de kerken en deze dus niet te bezoeken zijn. Ook de toren van de St. Donatuskerk kan ik vanwege een dienst niet beklimmen.
Ook Zadar verlaten is aardig, met wat standjes en cafeetjes en verderop een groot verouderd industrieterrein en een joekel van een jachthaven. Van het stuk tot Benkovac is me weinig bijgebleven. Daarna wordt het mooi landelijk met een lange weg langs verschillende lintdorpjes waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Ik gooi hem er maar in. Soms is er een bar. Wat opvalt is dat bijna alle kleine stadjes 1 of soms zelfs 2 kleine supermarktjes hebben. De wat grotere steden hebben vaak 2 grote en nog wat kleine; boodschappen doen heeft me nog geen problemen opgeleverd.
Ik overnacht vlakbij Krkovic, bij Eco Kamp Robeko, een heerlijke plek in the middle of nowhere. Er is een zwembadje en overdekte kookgelegenheid. Anders dan sommige reviews beweerden kun je er niet structureel terecht voor diner (soms wel, of zo) en er is geen supermarkt in de buurt. Best wat Nederlandse gezinnen blijken dit idyllische plekje gevonden te hebben. Ook deze camping kost weer zo’n 15 euro (ze wilden graag euro’s), en er is WiFi en je elektronica opladen is geen probleem. Dikke aanrader deze camping. Sowieso ben ik erg te spreken over de overnachtingen tot nu toe.
Krka Watervallen
Om 5 uur ben ik al wakker; ik heb wind mee en het is vooral licht dalen dus ik ben heel vroeg in Skradin. zo vroeg zelfs dat ik moet wachten tot de ticket office voor de Krka Watervallen open gaat. Deze watervallen worden in de gids zijdelings genoemd maar ik beschouw ze als een van de hoogtepunten van deze fietsroute. Eigenlijk niet te missen, zelfs als je al Plitvice gezien hebt. De ticket office voor dit ‘Klein Pltivice’ gaat open om 7:40; dan is het nog uitgestorven in het zeer toeristische Skradin.
Om 8:00 sta ik als eerste in het park, mede omdat ik het park in kan fietsen. Vele anderen wandelen; met de auto kun je de watervallen niet bereiken. Vanaf de Balkan Kustroute is het ongeveer 3.5 km fietsen naar het Krka Park. Daar ga je te voet verder en maak je een wandeling van 43 km langs de watervallen. Vanaf 9:00 begon het druk te worden maar toen had ik alles al gezien.
Šibenik
Na het bezoek aan de watervallen fiets ik door richting Šibenik. Het is een behoorlijke klim na Krka . Om Šibenik te bezoeken moet je even van de route af en flink afdalen. Terug moet je hier ook weer omhoog. De gids was meen ik vrij enthousiast over Šibenik maar ik vond er niet zo gek veel aan, en de weg is vrij druk.
Als je de St. Jacobs-kathedraal niet per se wil bezoeken zou ik Šibenik lekker links laten liggen. Het oude centrum is ook moeilijk begaanbaar met de fiets. De straatjes zijn fraai maar smal en niet alles is te bereiken met de fiets aan de hand (veel trapjes). Ik hoor hier veel Amerikanen, dat had ik nog niet eerder meegemaakt.
Na Šibenik volgen wat heuvels , en ik kies de korte van twee varianten die de gids biedt omdat daar een plek is waar je kunt kamperen: Eco Village Skopljanci. Ik denk eerst dat het gesloten is, maar ik zit verkeerd en moet in het dorpje verderop zijn. De afhandeling gaat telefonisch via twee mannen die toevallig aan het kussen zijn. Je kunt kiezen: of kamperen op de parkeerplaats van het (nu gesloten) restaurant, of 1 van de 2 mini-appartementen huren. Ik zet mijn tent op op de parkeerplaats en mag douchen et cetera in 1 van de appartementen die speciaal wordt geopend. Betaling: ‘laat maar achter wat je elders betaald hebt voor kamperen‘.
Het restaurant blijft dicht dus mijn nood-noodles vormen de avondmaaltijd. Je zit in de middle of nowhere. Wel weer een leuke ervaring. Een blusvliegtuig blijft nog uren druk met een bosbrand (naja veldbrand) waar ik die middag eerder al langs fietste.
Split
De volgende dag ben ik blij dat ik die kampeerplek uiteindelijk gevonden hebt, want er volgt gelijk een vervelende klim van 240 hoogtemeters. Lijkt niet veel maar ik was gisteren behoorlijk aan het einde van mijn Latijn en ik had geen water meer (dit is soms opletten geblazen).
Wat volgt is een indrukwekkende afdaling, net zicht op Split in de verte, en dichterbij de kustplaatsjes die allemaal ‘Kastela nogwat’ heten. Een van de plaatsjes heeft een mooi kasteeltje/kleine vestig dat net een beetje in de zee ligt en met een brug te bereiken is.
Je vindt het in een haventje en het is de moeite waard om hiervoor even de route te verlaten. Het heet Kastela Gomilica, en de locatie is gebruikt in de serie Game of Thrones. Ik kwam hier pas in Split achter anders had ik deze plek nog beter bekeken. Ik ben groot GoT-fan en dat is een van de redenen dat ik voor de Balkan Kustroute heb gekozen. Dat er in Split en Dubrovnik is gefilmd wist ik, maar deze locatie kwam ik dus bij toeval tegen.
Het is nog voor 8 uur en heerlijk rustig in deze kustplaatsjes, en er is uitgebreid tijd voor pootjebaden en ontbijt voor ik het drukke Split binnenrijd. Voor Split moet je – logisch ook – door een wat minder mooi stuk met industrie voor je de beruchte rit naar het centrum van Split aanvangt. Het valt me erg mee en er wordt 0 keer naar me getoeterd. Split heeft geen camping en hotels zijn flink aan de prijs, zeker in het hoogseizoen en al helemaal als je in je eentje reist.
Ik had dus een dag of 2 eerder al een hostel geboekt. Overnachten deed ik in het keurige AI Hostel, op loopafstand (8 minuten) van het centrum van Split. Ik bleef hier 2 nachten, omdat je Split natuurlijk niet zomaar voorbij kunt fietsen. De fiets kan veilig in een berging onder het hostel. Als je een vegetarisch ontbijt wilt moet je dit van tevoren aangeven, dan maken ze speciaal iets.
Die avond nog pak ik een bus naar Fort Klis, ook al een filmlocatie uit Game of Thrones. De bus is veel te laat en als ik het opnieuw zou doen zou ik een Uber pakken. Fort Klis is, net als enkele andere locaties in Split, onderdeel van de stad Meereen. Ook biedt het fort een mooi uitzicht over Split.
De volgende dag stond ik 6:15 in het centrum van Split, voor de massa dus. Na wat rondgelopen te hebben was het tijd voor een Game of Thrones tour met gids. Verder zijn er diverse bezienswaardigheden, zoals het Paleis van Diocletianus en de Kathedraal en de klokkentoren van St. Domnius.
Er is een ticket voor 5 min of meer interessante gebouwen; ik weet niet meer exact welke. Je mag er in elk geval de klokkentoren mee beklimmen en dat is de moeite waard. Ook is het aardig de ‘Marjan heuvel’ te beklimmen. Je kunt daar boven lunchen met een mooi uitzicht over de stad.
Na een volle dag niet gefietst te hebben is het de volgende ochtend weer tijd voor vertrek. De grote ferry naar het eiland Korčula (aankomst in Vela Luka) gaat toen ik er was 2x per dag. Ik neem de ochtendboot van 10:30. er gaan ook catamarans naar Korčula maar daar mag de fiets schijnbaar niet op mee.
Korčula
Het is drie uur varen naar Korčula. Dit eiland blijkt echt schitterend. Het is zoals het routeboekje stelt veel groener dan Cres en Pag, maar daarnaast heb je tijdnes het fietsen ook veel meer zicht op de zee. Ook zijn er veel fraaie baaitjes. Het is wel veel, maar vaak geleidelijk, klimmen geblazen! In het routeboekje valt het hoogteprofiel niet zo op , maar ik had na 54 kilometer fietsen op Korčula al 950 hoogtemeters op de Garmin staan. Dit leverde natuurlijk wel prachtige vergezichten op.
Op het einde van de fietsdag volgt een adembenemende afdaling naar Kneze. In dit dorpje zit een bistro genaamd Fortuna. De camping bij Piske 2 kilometer verderop blijkt geen bar te hebben, dus ik fiets na het opzetten van mijn tent weer terug naar Kneze voor de avondmaaltijd. De bar-dichtheid lijkt hier wat lager te zijn dan eerder op de route. Als je boodschappen wilt inslaan moet je dat al doen in Pupnat, anders kan het pas weer in Korčula-stad.
De camping bij Piske is simpel maar de ontvangst zeer hartelijk. De camping (kan geen website vinden) staat vrijwel vol maar voor een tentje en voor 1 nacht is er altijd plek. Overigens gebruik ik altijd de Archies app om campings te vinden. Als ik dan in de app een camping vind check ik via Google wel of deze nog bestaat / open is. In de gids staan natuurlijk ook veel campings, maar lang niet allemaal.
De volgend ochtend weer vroeg op pad om op tijd te komen voor de ferry in Korčula-stad. Dit is een mooi vestingstadje en in de ochtend ijs het er nog heerijk rustig. Met de fiets kun je er omheen maar niet echt ‘in’. Daar zul je hem voor moeten parkeren. Je hebt het er ook vrij snel gezien waarschijnlijk, als je de kerk en het vermeende ‘geboortehuis’ van Marco polo niet hoeft te zien tenminste.
Pelješac
De boot gaat naar Orebić, op het Kroatische schiereiland Pelješac. De route-variant over Mljet sla ik dus over. Op Pelješac die sik voor de (langere) hoofdroute waar je je fiets wat trappen over moet trekken, waarna volgens de auteur een gravelpad volgt. Hier ben ik voor het eerst wat minder te spreken over de Balkan Kustroute want dit gravelpad is zeer stenig met grote kiezels. Niet of nauwelijks fietsbaar, en geen pretje in de brandende zon. Je fiets vooruit sleuren is lastig want je glijdt weg in de kiezels en kunt moeilijk kracht zetten. Met een gravelpad heeft het mijns inziens weinig te maken maar fraai is het er allemaal wel.
In Potomje zit een supermarkt, een ‘Studenac’ zoals je er zoveel ziet in de dorpjes. Het is net als gisteren weer een taaie (schier)eiland-dag. De afdaling die volgt is heerlijk, naar de plek waar het volgende veer gaat, van Trpanj naar Ploče op het vasteland.
De eerste kilometers na Ploče zijn wel wat rommelig maar daarna fiets je langs de fraaie Neretva Delta. Er hoeft hier ook niet meer zoveel geklommen te worden.
Na Metkovic is de Bosnische grens (‘waar ga je naartoe? ‘naar Mostar’ ‘oke’) en even verderop moet je kiezen of je de Ciro-excursie naar Mostar gaat doen of gewoon de hoofdroute van de Balkan Kust Route blijft volgen. Mostar klinkt wel interessant en als je dat overlast ben je wel héél kort in Bosnië en Herzegovina, dus ik ga voor Mostar. Al snel krijg ik de eerste waak/erf-hond van deze reis achter me aan. Het dier blijft me zo’n 150 meter volgen, maar doet verder niets.
Bij Zitomislici zit een heerlijke camping aan de rivier, met een ‘Kasteel-thema’ maarte is er zeker geen kermis. De camping-eigenaar is zeer relaxed en staat je te woord in een mengelmoes van Duits en Italiaans. Kamperen kost een tientje, er is prima sanitair en een restaurant op de camping zelf. De camping heet Autocamp Green Park en heeft geen eigen website. Wel een vermelding op eurocampings.nl.
Voor vegetariërs is er slechts 1 pizza, frites of gegrilde groenten, maar prima. De camping ligt 23 kilometer voor Mostar dus het is een prima uitvalsbasis voor een bezoek met de fiets, en de tent kun je gewoon laten staan want op de terugweg kom je hier weer langs.
De Ćiro & Mostar
De Ćiro Bike Trail is een voormalig treinspoor dat in de 19e eeuw van de stad Mostar in Bosnië-Herzegovina naar Dubrovnik aan de Kroatische kust liep. Tegenwoordig is het een fietsroute. Vanaf de camping in Zitomislici kun je via deze Ćiro naar Mostar fietsen. Het is een vrijwel vlakke route met op een gegeven moment aan je rechterzijde mooie mini-watervalletjes.
Mostar is echt geweldig. Ik ben er al om 8:15; niet veel later begint het goed druk te worden, vooral door dagjesmensen die de stad vanuit Dubrovnik bezoeken. Breng zeker een bezoek aan de oude moskee en beklim ook de minaret voor een schitterend uitzicht over de Stari Most (oude brug).
De cobble-stones in het oude gedeelte zijn niet echt fiets-vriendelijk. Ik heb mijn fiets voor 5 euro bewaakt achtergelaten bij een City Parking (een parkeerplaatje waar iemand voor zit om de wacht te houden). Hoewel zeer toeristisch blijkt het prijsniveau in Mostar laag. In Bosnië hebben ze de B-Mark, maar vrijwel overla kun je ook met euro’s of zelfs met Kroatische Kuna betalen.
Na een lunch met prachtig uitzicht (Restaurant Mystic) fiets ik weer via diezelfde Ćiro naar Zitomislici en vanaf daar verder naar Capljina en Gabela, waar de route splitst en je verder richting het zuiden fietst. Even verderop moet je kiezen tussen de onverharde Ćiro (met vleermuistunnels) of de eveneens mooie asfaltweg. Ik kiest voor de laatste want het wordt aardig klimmen vandaag en dat schiet onverhard niet echt op. Als je graag een vleermuistunnel wilt meemaken kun je tussen Ravno en Zavala 5 kilometer onverhard pakken. Het fietst vervelend als je graag snelheid maakt maar het is wel een prachtig afgelegen pad. Hier zag ik ook de eerste slang op mijn Balkan Kustroute fietsvakantie.
Het is, zoals wel vaker, 38 graden en er zijn op dit stuk geen voorzieningen. In Hutovo vind je als je goed zoekt een bar, bij een geasfalteerd sportveld. Op de klim mkom ik 2 nederlanders tegen, uit Huissen bij Arnhem nota bene. Ze zijn op weg naar Athene en hebben een lus door Polen gemaakt. Alle 4 de fietsende Nederlanders die ik ben tegengekomen zijn op weg naar Athene.
Als ik met hen in gesprek raak komt er toevallig genoeg nog en Nederlander vanaf de andere kant aangefietst. Hij raadt ons voor het einde van deze dag Gastionica Zavala aan, waar je een appartement kunt huren. Campings zijn er in dit gebied niet dus dat klinkt goed. Hoogtepunten van vandaag zijn de moerasgronden van Natuurpark Hutovo Blato (een groot overwinteringsgebied voor vogels) en het vlakke Popova-dal met geweldig uitzicht op de bergen daar achter, zeker tijdens het ‘Golden Hour’.
Eenmaal aangekomen in Zavala praat ik een tientje van de kamerprijs af en ik loop al met de man richting appartement als ik vraag of ik wel met card kan betalen. Dat blijkt dus niet te kunnen. Normaal heb ik altijd cash op zak als back-up maar omdat ik morgen Bosnië-H uit fiets heb ik bijna alle B-Marks opgemaakt. Ik mag de tent wel 100 meter verderop zetten naast de containers bij de parkeerplaats :’). Het is weliswaar niet hun eigen terrein maar ‘het wordt vaker gedaan’. ‘Wildkamperen’ dus en geen douche, wat vrij goor is na de zoveelste bloedhete dag maar ergens is het ook wel weer grappig.
Ik heb gelukkig nog wel genoeg geld voor avondeten en ontbijt in hun restaurant. Eigenaar was overigens heel vriendelijk. De website is gostionica-zavala.com. ‘Biker Friendly’ accommodatie. Hoe de kamers zelf zijn kan ik niet beoordelen 😉
Dubrovnik
Om 6:30 word ik wakker van een langslopende kudde schapen en een roepende herder. Voor het ontbijt maak ik een praatje met de eigenaar van Gastionica Zavala. Hij is zelf Kroatisch en niet Bosnisch, komt uit Dubrovnik en heeft jaren terug dit treinstationnetje gekocht, gerenoveerd en omgetoverd tot de accommodatie die het nu is.
Het restaurant gaat pas om 9:30 open dus dat geeft mij mooi de gelegenheid in mijn boekje te schrijven. Ik moet me er vaak even toe zetten. Mijn doel van vandaag, Dubrovnik, ligt maar 50 fietskilometers hier vandaan, dus ik heb alle tijd. Iets na deze accommodatie zitten ook nog grotten die je onder begeleiding van een gids kunt bezoeken. Ik heb mazzel want er gaat net een groep naar binnen waar ik nog bij aan mag sluiten.
De volgende 35 kilometers van de Ćiro zijn nagenoeg vlak. Er is hier verder helemaal niets, geen barretjes, winkels en zelfs nauwelijks (bewoonde) huizen. Het is weer kan heet ik ik kom net uit met mijn water. Pas vlak voor de Bosnisch-Kroatische grens zit een bar. Na de grensovergang (voordringen zodat je niet tussen de ronkende auto’s staat wordt gedoogd voor fietsers) volgt een mooie afdaling Kroatië in. Naarmate je Dubrovnik nadert wordt het natuurlijk steeds drukker.
Ik heb weer een paar dagen eerder vast een hostel in de oude binnenstad, Angelina genaamd, geboekt. Ze hebben 2 gebouwd waarvan 1 een afgesloten terras heeft waar je de fiets veilig kunt stallen. Je moet hem wel een trap optillen. Gemengde slaapkamers voor 12 personen; ik betaal 110 euro voor 2 nachten. Dubrovnik is een dure stad. De website is hostelangelinaoldtowndubrovnik.com. De drukte valt me vandaag mee maar het blijkt geen cruiseschip-dag te zijn, daar zal het aan liggen. De donderdagen schijnen juist weer veel cruiseschepen aan te komen.
De volgende dag neem ik voor de tweede keer van mijn Balkan Kustroute fietsreis een dagje rust om een stad te bezoeken. Dubrovnik is echt een hoogtepunt. Om 7:00 (wekker gezet) loop ik door het oude centrum en er is vrijwel niemand. Het kan echt schuifelen zijn in deze stad had ik gelezen dus ik ben extra vroeg opgestaan. Ook Dubrovnik is gebruikt als filmlocatie voor diverse Game of Thrones scenes.
Om 8:00 kun je een kaartje kopen voor een rondwandeling over de stadsmuren van Dubrvnik. Dit kost maar liefst 250 Kuna (30 a 35 euro) maar is toch zeer de moeite waard! Er zijn 3 ingangen en je mag het rondje 1x lopen.
Om 11:00 heb ik een (hele goede) Game of Thrones Tour. Vraag naar gids Josip bij dubrovnik-walking-tours.com.
In de middag bezoek ik het eiland Lokrum, dat je op onderstaande foto rechts kunt zien liggen. Vanuit het haventje van Dubrovnik gaan er geregeld boten waar alleen voetgangers op mogen. Lokrum is gebruikt als Game of Thrones filmlocatie voor (een deel van) Qarth, en er is een kleine GoT expo. Ook als je niets met GoT hebt is een bezoek aan dit eiland zeer de moeite waard. Er is genoeg te zien, je kunt er zwemmen et cetera.
de volgende ochtend is het tijd om weer verder te fietsen. Dubrovnik was voor mij tot nu toe het absolute hoogtepunt van de Balkan Kustroute. Na het verlaten van het hostel werp ik nog een blik op de grootste winkelstraat van de stad, en stomtoevallig zie ik in de verte de twee Nederlanders uit Huissen die ik eerder heb ontmoet aan komen fietsen. Ze vinden Dubrovnik maar zo-zo en fietsen gewoon door. Kan ook natuurlijk.
Ik verlaat de stad en heb de eerste kilometers nog regelmatig achterom gekeken. Af en toe rijd je hier over de drukke kustweg (maar men rijdt heel netjes) maar al snel kom je in een rustige vallei met weinig verkeer. Er si weinig horeca hier; je komt door een toeristisch dorpje dat toeristen die het SV Vlaha Klooster willen bezoeken van een bed voorziet. Verder is er hier weinig tot na de Montenegrijnse grens. Vandaag maak ik ook stiekem best wel weer veel hoogtemeters.
Na de grensovergang heb je zicht op de Baai van Kotor en de grote badplaats Herceg Novi en zie je schitterende bergen. Voorbij deze stad zitten 2 campings, maar ik ga voor de rustigere camping Zlokivic in Bijela. Zoals het routeboekje al aangeeft kun je hier vaak tussen de badgasten over de boulevards fietsen. Camping Zlokivic staat eigenlijk vol maar heeft nog 1 plekje bedacht waar ik kan staan. Registreren hoeft niet. Je loopt vanaf de camping zo de boulevard op en naar het ‘strandje’ (kiezels, erg smal en mede daardoor ook zeer druk). Er zitten verschillende eettentjes dus koken gaat vanavond niet gebeuren.
Kotor & Klim na Kotor
De volgend dag staat een korte rit naar Kotor op het programma. Ik verleng de route enigszins door niet de pont bij Maenari te nemen, maar de lus rond de Baai van Kotor te fietsen. Zo kom je ook langs Rias (waar je een leuke foto op een reuzenbank in een parkje kunt nemen) en Perast, met het kerkje in de baai.
Perast is een toeristisch plaatsje maar ook hier weer superrusting in de ochtend. Lekker ontbijt aan het water; auto’s mogen Perast niet in. Die lus rond de baai zal later op de dag wel druk zijn vermoed ik. Ik reed er om 8:00 uur en toen ging het wel. De Baai van Kotor is een toeristische trekpleister, dus veel verkeer. In Kotor (geen camping) slaap ik in Hotel Pallazzo Drusko, midden in het oude centrum. De fiets mag in de keuken staan. Kotor staat bekend om de vele (straat)katten. Er zijn derhalve ook winkeltjes met katten-thema.Ook is er een klein kattenmuseum vol met analoge kattenplaatjes.
Het Fort van Kotor ligt op een heuvel op een hoogte van 280 meter, mooi voor pittige een wandeling, maar overdag is het erg warm. Neem water mee, maar je kunt het ook bij verschillende verkopers onderweg naar boven kopen. Resultaat: heel veel lege plastic flessen langs het pad, zonde.
De volgende dag sta ik om 7:00 op om de hitte en het verkeer voor te zijn. Vandaag staat namelijk de grootste klim van de Balkan Kustroute op het programma. Zoals in de gids te lezen is valt de klim naar 1.000 meter (via 25 haarspeldbochten) best mee. Het is niet steil en je hebt vaak een prachtig uitzicht. Daarbij is zo’n duidelijke ‘berg/project’ fietsen leuker dan hoogtemeters op wat random heuvels.
Op het einde van de klim is een zipline waarbij je van de ene kant van een kloof naar de andere ziplinet, en een restaurant. De 400 hoogtemeters na de este klim zijn hier en daar steiler maar ook niet echt zwaar. Al snel volgt na de afdaling een weg naar het Mausoleum Petar II Petrovic-Njegos. Je bent na de klim wellicht geneigd dit over te slaan maar dat zou ik niet doen 🙂
Mausoleum Petar II Petrovic-Njegos
Petar II Petrović Njegoš was een heerser van Montenegro, een Servisch-orthodoxe prins-bisschop, en dichter en nogal belangrijk. Om zijn Mausoleum te bezoeken moet je beneden een kaartje bekopen voor Het Nationale Park Lovcen (2 euro slechts) en 3.5 kilometer klimmen. Ik ben wel een beetje uitgeklommen voor vandaag dus parkeer mijn fiets beneden bij de kaartverkoop achter een winkeltje. Ik heb de 3.5 kilometer omhoog wandelen afgelegd; wel geprobeerd te liften maar niemand nam me mee. Met mijn zweetlijf en natte wife-beater aan kan ik het ze ook niet echt kwalijk nemen.
Boven is een restaurant met een geweldig uitzicht. Het Mausoleum zelf bezoeken kosten 5 euro, en hiervoor moet je nog flink wat trappen op. Het is wel zeer de moeite waard vind ik, al is het maar voor de vergezichten. Vergeet ook het panorama-plekje achter het Mausoleum niet; een spectaculair landschap waar je ook kijkt. Na het bezoek kan ik met een Duitse familie in hun auto mee naar beneden rijden.
De afdaling hierna door hetzelfde landschap is lang en heerlijk. Mogelijk het mooiste stuk van de hele Balkan Kustroute. De stad Cetinje vormt een goede stop. Hierna volgt weer een fraaie en lange afdaling, met ook een wat minder goed geasfalteerd deel. Af en toe een barretje, waarvan een met geweldig uitzicht en versgeperste sapjes. Het meer van Skadar / Shkodër zie je op een gegeven moment links liggen.De hoogtepunten van deze Balkan fietsroute volgen elkaar nu in rap tempo op!
Meer van Shkodër
Virpazar ligt aan het meer en in een zeer toeristisch plaatsje. Van hieruit kun je bootjes excursies op het meer doen. Even voor Virpazar is een camping. Ik vind echter via Booking een appartement bij mensen thuis voor 15 euro inclusief ontbijt. Gezien de temperaturen zit ik liever binnen met – hopelijk – airco. Het is ook een zeer pittige fietsdag geweest. De route van vandaag ging grotendeels over een ‘Panoramic Route’ die veel toeristen met de auto afleggen. Hierdoor was het wat drukker maar niet ergerlijk.
Onderweg sprak ik nog een Belg die al 3x door honden was aangevallen. Een keer had hij met getrokken mes klaargestaan om het beest dood te steken, vertelde hij. Ik denk dat je geluk of pech kunt hebben. Ik heb maar 2 of 3 keer een beetje een vervelende ontmoeting met een hond gehad. Echt bloeddorstige dieren heb ik niet meegemaakt. Over wat je moet/kunt doen, daarover versschillen de mening. Een steen gooien / doen alsof je een steen gooit, een dazer (werkt dat nou wel of niet?) of gewoon heel hard wegfietsen, of juist niet. De Nederlanders die ik op de eerste dag in Triest had ontmoet en de rest van de fietsreis heb gevolgd via PolarSteps hebben veel meer last van honden gehad.
De volgend echtend verlaat ik Virpazar, en na 12.5 kilometer heb ik al 500 hoogtemeters gemaakt, en na 24 al 750 hoogtemeters, dus een flink stevig begin van de dag. Eigenlijk zwaarder dan de haarspeldbochten vanuit Kotor gisteren. De route is wel schitterend, met uitzicht op het Meer van Shkodër waar op een gegeven moment ook eilandjes in te zien zijn.
Je fietst vol in de zon en het is net wat steiler klimmen dan normaal. Misschien ben ik ook nog gewoon wat moe van gisteren, dat kan ook. Het barretje Vidikovas Livari dat ineens om een hoek onverwacht opdoemt is dan ook zeer welkom.
Er zijn in Montenegro opvallend veel katten; ook vandaag kom ik er weer veel tegen, soms op onverwachte plekken. Het appartement van afgelopen nacht had kittens. Nog 1 lastig klimmetje en dan is het afdalen naar de Albanese grens.
Voor de grens schiet in een rij auto’s voorbij maar als de douanehuisjes in zicht komen sluit ik maar keurig aan. Ik weet niet of voordringen hier ook gedoogd wordt. Een politieman gebaart echter dat ik achter een loket langs gewoon door moet fietsen. Ik heb geen paspoort hoeven laten zien. Er wordt voor en na de grens heel veel gebedeld, met name bij stilstaande auto’s. Mij laten ze met rust, maar ik sta dan ook niet stil.
Bij het inrijden van Shkodër ook weer veel gebedel, best treurig. Er is filevorming voor de brug en een stuk of 20 mensen en kinderen bedelen om kleingeld. Shkodër is qua afval een zootje maar verder best een geinige stad. Opvallend veel fietsers hier ook; auto’s zijn misschien te duur voor veel mensen. Ik pin hier Albanese LEKS en koop in een Vodafone-winkel een SIM-kaart. 35 gig voor 21 dagen, voor 17 euro. Prima deal.
Na de lunch in een aardig parkje fiets ik snel door richting zuiden; alles is nu supervlak fietsen. Je passeert wat dorpjes en in Barballush (mooie namen hebben ze vaak in Albanië) is een mogelijkheid om te kamperen, bij het Gardenland Resort. Dit is een hotel/resort met een groot zwembad (wel wat warm/niet erg verfrissend) met een kleine bijbehorende camping er pal naast. Kamperen kost 9 euro, en las je van het zwembad gebruik wilt maken betaal je 7 euro extra. De pizza in het restaurant was prima.
Tirana
Van Barballush naar Tirana is landschappelijk niet zo’m interessante etappe. Wel interessant om te zien hoe mensen hier leven. Het is in Albanië oppassen geblazen voor (vaak nauwelijks zichtbare) drempels. Di hebben dezelfde kleur als het asfalt. Verder is het verkeer hier best oke, al staan auto’s soms ineens stil op de weg en lijkt iedereen maar wat te doen. Een auto sleept lange stalen stangen over de weg achter zich aan.
Bij een barretje probeert de eigenaar een gesprek met me aan te knopen met behulp van een papiertje en een pen. ‘Poen?’ vraagt hij, en hij maakt het geld-gebaar met zijn vingers. In het routeboekje stond al dat men zonder gene om je salaris vraagt. Verder wil hij weten hoe lang ik op school heb gezeten en wat voor werk ik doen, hoe oud ik ben et cetera. Gaat allemaal prima zo met pen en papier en Google Translate!
Lezhë is een wat grotere stad waar je het Mausoleum van Skanderbeg vindt. Skanderbeg was een Albanese edelman en militaire commandant en wordt in het algemeen beschouwd als de nationale held van de Albanezen. Ik ontmoet er een Canadese fietser die op weg is naar een bruiloft, ook al in Athene.
Eenmaal in Tirana ga ik gelijk naar het hotel. Ik overnacht in Rosa Blue, een ****hotel op een gunstige locatie. Het lijkt luxe maar met veel dingen ‘is wel iets’, maar het is een leuke ervaring. Ik heb een jacuzzi op de kamer en een extreem groot bed. De fiets staat vrij veilig vast in de parkeergarage.
Ook in Tirana blijf ik wat langer, twee volle dagen zelfs. Er valt genoeg te beleven. Bezoek zeker Bunk’ Art I en II, het House of Leaves, de Moskee, de woonwijk Blloku (hotspot van bruisend nachtleven en chique winkels) en het Skanderberg Plein. Ook een aanrader: met de fiets in de kabelbaan naar Mt. Dajti. Vanaf de berg kun je via een mooie afdaling weer Tirana in fietsen.
Ik vond Tirana een hele fijne en gemoedelijke stad, en heb me nergens onveilig gevoeld. Twee volle dagen is wel genoeg voor een bezoek aan Tirana.
Als je wilt weten hoe het leven in Tirana onder het communistisch regime was, dan is een bezoek aan Bunk’Art 2 zeer de moeite waard. Wat meer buiten het centrum vind je nog Bunk’Art 1, dit is goed te combineren met de kabelbaan want die is daar in de buurt.
Na twee dagen verlaat ik Tirana en ga door met de Balkan Kustroute. Het eind komt aardig in zicht. Nog een koffie bij het mooie grote park van Tirana en dan fiets je de buitenwijken in. Vrij snel wordt het landelijk. De flinke klim die op het programma staat (naar 780 meter) is geleidelijk en er is vrijwel geen verkeer. Ook het wegdek is, zeker in vergelijking met eerdere stukken in Albanië, uitstekend.
Eenmaal boven blijf je een paar kilometer rond de 770 meter hoogte fietsen en heb je een schitterend uitzicht.
Af en toe is er een barretje of hotel. Toen ik net Tirana uitreed kwam ik voor het eerst fietsers tegen die ook met dit routeboekje reden. Dit Nederlandse stel fietste hem vanaf Split, en vonden met het vliegtuig + fiets reizen geen gedoe. Misschien moet ik dat toch ook maar eens proberen. Nu volgt een heerlijke afdaling naar Elbasan. Ik ben er snel doorheen gefietst maar je komt door een leuke lange straat met bomen en veel kleine winkeltjes en andere bedrijvigheid. Achteraf zonde dat ik hier niet even ben gestopt.
Even verderop heb ik mijn tweede lekke band van deze fietsvakantie; beide keren lek rijden gebeurde in Albanië. Vrijwel meteen stopt een auto en vraagt de bestuurder of ik hulp wil, of ik geld of water nodig heb. Heel vriendelijk. Tot aan Kuçovë zijn nog wat heuveltjes te bedwingen. Ik vind het hier landschappelijk een stuk fraaier dan de eerste tientallen kilometers na de Albanese grens.
Bij een winkeltje heb ik een leuk Google Translate gesprekje met een jong kereltje. Veel kinderen vragen ‘where are you from?’. Het hotel van Kuçovë ligt 1.5 km buiten het centrum, en op loopafstand is een prima restaurant. Het Hotel heet Anxhelo en het restaurant Kantina Edoni. Ze serveren wild & wijn, waar ik persoonlijk geen prijs op stel maar ze stellen een prima vega-maal samen. Aanrader.
De volgende dag fiets ik via Berat, ‘de stad van de 1000 ramen’ naar de kustplaats Vlorë. Ik ben dus weer bij zee aangekomen en hier start het laatste deel van de Balkan Kustroute.
Kustroute Ionische Zee
Omdat de weg door de Llogara-pas in het hoogseizoen erg druk is kies ik hier voor het alternatief door het binnenland. Ik vind een zware klim niet erg maar liever niet met al te veel verkeer achter me. Jammer want het schijnt wel een hele mooie route te zijn. Vlorë verlaten betekent weer even wat klimwerk. Na Gjorm worden de heuveltjes wat pittiger en de klim (573 meter) op de weg naar Qeparo (nieuw aangelegd) is vrij vervelend, zeker met tegenwind.
Ik heb de mazzel dat het eindelijk wat bewolkt is en daardoor minder heet. De afdaling naar Qeparo zelf is vrij intens, met hoge snelheid over het gloednieuwe asfalt. Auto’s toeteren ter aanmoediging. In de badplaats Qeparo sluit ik weer aan op de hoofdroute. Om het strand te bereiken moet je een stuk dalen. Qeparo heeft een goede supermarkt.
Dan volgen nog 2 korte maar fikse klimmetjes naar Lukovë. Hier had ik het vrij zwaar. De hitte, kilometers en het klimmen van de afgelopen wegen eisen toch hun tol. De variant waarbij je de drukke kustpas vermijdt is dus niet t’makkelijk’.
Hotel Itaka in Lukovë is heerlijk. de kamer is op zich niet bijzonder maar ze hebben ene heel mooi gelegen zwembad. Er hangt een relaxte sfeer en het personeel is vriendelijk. Het is een typisch familiebedrijf. Het ontbijt is ook uitstekend. De fiets kan achter slot en grendel naast de receptie.
In verband met een ochtend-zwemsessie check ik pas om 10:00 uit. Na een paar klimmetjes volgt de afdaling naar Sarandë.
Igoumenitsa: eindpunt van de Balkan Kustroute
Igoumenitsa is niet echt een hoogtepunt maar als finishplaats moet ik de stad toch noemen. Een paar kilometer voor de stad zijn nog wat kleine rustigere strandjes waar je je afgelopen fietsreis kunt overpeinzen. Vanuit Igoumenitsa kun je eventueel doorfietsen naar Athene, ook via een Benjaminse Route genaamd ‘De fietsroute door Griekenland’. Ik heb niet in Igoumenitsa overnacht maar heb de nachtboot genomen naar het Italiaanse Brindisi.
Hoe kwam ik weer thuis? Eenmaal aangekomen in Italië heb ik nog een heel stuk naar Rome gefietst, door het geweldige Puglia, via een route van Hans Reitsma. Bij Benevento echter was ik er wel klaar mee. Ik was goed moe en die vermoeidheid en hitte gingen niet echt meer uit mijn lijf. Daar heb ik de trein gepakt (met fiets en al) naar Rome. Het Nederlandse bedrijf Camino-Fietstransport vervoert fietsen en bagage vanaf Camping Bungalow Village Flaminio in Rome. Zelf ben ik naar huis gevlogen, en de trouwe rode stalen Santos werd een week of twee later keurig thuisbezorgd.
Fietsgids Balkan Kustroute
Ik heb in het bovenstaande reisverslag de fietsgids meerdere malen genoemd, en ik raad aan deze aan te schaffen, al was het maar om de routemaker te steunen.
Naast een routebeschrijving vind je in de fietsgids informatie over de plaatsen waar je langskomt, en nuttige info over de landen. Denk aan eten & drinken, veiligheid, accomodaties, honden, wegen en vervoer heen en terug. Zelf reed ik met zowel de GPX files als het routeboekje; ik vond de gids dus onmisbaar en leuk om ’s avonds bij de tent of in het hotel door te bladeren. De gids is te bestellen via Uitgeverij Benjaminse of de Fietsvakantiewinkel. Check als je de Balkan Kustroute gaat fietsen dus ook zeker de route-updates en andere aanvullingen op de auteurs’ website bikelike.nl.
Heb jij de Balkan Kustroute ook al eens gefietst en wil je er iets over kwijt? Ik vind het leuk als je een comment achterlaat. Dat kan hier onder.
Leuk verslag om te lezen. Ook als voorbereiding van mijn tocht in juni. Kon je makkelijk sim kaarten kopen? Alleen in Montenegro en Albanië?
Dank je wel Patrick
SIM-kaarten kopen ging makkelijk. In Albanië heb ik dat in de eerste grote stad na de grens gedaan, ben de naam even kwijt. Bij de Vodafone winkel. Bij de grensovergang proberen ook veel mensen je een kaart te verkopen, ook van Vodafone geloof ik en kan vast ook prima.
In Montenegro kocht ik een SIM-kaart bij een mini-winkeltje. Zijn daar vast ook goed verkrijgbaar. Mooie reis gewenst!
Leuk verslag! ik heb de route gereden in juni 2022, eerst vanuit NL naar Triest gefietst via Reitsma’s route naar Rome en door Oostenrijk en Slovenië met Benjaminse – Midden Europa.
De kustroute is een hele mooie route, ook omdat dat je in de hitte zeer geregeld een duik in zee of rivier kunt nemen. Veel gekampeerd wat zeer goed te doen was en op veel plekken was wild kamperen geen probleem. Qua natuur en landschap is de route heel afwisselend, sommige stukken supermooi andere stukken minder maar vaak wel weer interessant.
Ik vond de grote steden Split en Dubrovnik minder, ben ook geen GoT fan, te druk, te toeristisch, hoewel Dubrovnik zeker hele mooie stukken heeft. Kleinere steden zoals Sibinik en Koper vond ik juist schitterend. Oud en mooi, relaxte sfeer, mensen vaak heel toegankelijk. Montenegro en zeker Albanië vond ik de meest aansprekende delen. Albanië is lang niet overal ‘mooi’ (hele mooie bergen worden afgewisseld met plastic afval bergen, olievelden en afgedankte industrie) maar wel heel interessant door z’n bizarre geschiedenis en de open manier waarop mensen daarover vertellen. De gastvrijheid daar overtreft elke verwachting.
Al met al een pittige fietsroute waar je zeker niet het idee hebt dat je langs platgetreden paden reist en nog regelmaig zelf dingen moet ontdekken. Veel mooie natuur en een geschiedenis die nooit ver weg is. Ik was nog nooit in de Westelijke Balkan geweest maar ik wil er zeker nog naar terug. Evt. kan je voor meer verhalen mijn blog lezen:
https://frankruys.reislogger.nl/
Dag Frank, dank voor je uitgebreide bijdrage!